Ze woonde in een villawijk, haar ouders waren stinkend rijk
Toch was daar niets meer dat haar bond, ze gaf zich aan een vagebond
Die sprak van liefde, 't oud verhaal, en zij geloofde het allemaal
Zo ging ze weg, ze nam niets mee, alleen haar jeugd en het idee
Dat hij haar man was, zij zijn vrouw
En het altijd zo blijven zou
Arm kind, zestien lentes zo pril
Ach, wat lig je hier stil
Langs de kant van de weg
Ze trokken voort van stad tot stad omdat hij ruimte nodig had
Het zwerversleven was te zwaar, niets voor een kind van zestien jaar
Haar liefde was haar levenslot,ze ging er langzaam aan kapot
Ze kon de hartstocht niet weerstaan, moest tot het einde verder gaan
Ze was geen kind maar ook geen vrouw
En wist niet wat er komen zou
Arm kind, zestien lentes zo pril
Ach, wat lig je hier stil
Langs de kant van de weg
Ze werd vermoeid, zag bleek en vaal, verloor haar jeugd, haar ideaal
Alleen haar liefde bleef bestaan, toen ging hij weg bij haar vandaan
Toch had ze kunnen weten dat hij niet genoeg aan liefde had
Dat op een dag hij weg zou zijn en zij alleen met spijt en pijn
Dat hij zolang een meisje had
Als stormwind speelt met een enkel blad
Arm kind, zestien lentes zo pril
Ach, wat lig je hier stil
Langs de kant van de weg
© Copyright Aznavour - Chauvigny - Nijgh
Meer liedjes van Boudewijn de Groot op YouTube
Meer albums van Boudewijn de Groot
Meer info over Boudewijn de Groot
Jouwradio.be - Altijd Nederlandstalige muziek.