Vlaamse Liedjes - nederlandstalige muziek voor iedereen

Miek en Roel

Mijn jeugd rijdt uit op jacht

De hoorn kleedt de morgen met kleurrijke tonen
En allen die binnen de wallen nog wonen
Verlaten hun schuilplaats
Betreden het licht

De vorst voert z'n hof langs de dampende paden
De zon zoekt haar beelden, de gouden gebaden
Ontwend aan de praal van
Dit oud heldendicht

En ik op de teunen van 't kleurloze heden
Ik schreeuw naar de meute, op jacht naar 't verleden
Maar niemand die omkijkt
Kent niemand mij nog

De hoorn slaat akkoorden van hoop in de wouden
Geen hand zal de rem van de paarden weerhouden
Zo vlucht vorst en schildknaap
Een koninkrijk uit

Het woud strekt z'n vleugels in wazige weemoed
Tot rust voor herinnering dat schoonheid die pijn doet
Waarrond zich de kring van
De jarendans sluit

Ik ken u nog, edele vrouwen en heren
Gij blije gezellen, die talloze keren
De wankele burcht
Die m'n jeugd was bezong

Maar net voor de ruiters het woud binnendrongen
Is van een rood kaart een kabouter gesprongen
Wanstaltig wachtend
Blijft hij voor mij staan

Men noemt me de waarheid naar u toegekomen
Voor 't slopen der vesting waar u wil gaan wonen
Uw jeugd die in droefheid
En pijn is vergaan

En ik op de teunen van 't kleurloze heden
Ik schreeuw naar de meute, op jacht naar 't verleden
Maar niemand die omkijkt
Kent niemand me nog

U ken ik, die dwerg die mij waarheid wil leren
Gij droeve gezel, die zo talloze keren
Het puin van de burcht
Die m'n jeugd was bezong